Truus Wijsmuller, de oorlogsheldin die duizenden Joodse kinderen redde

Meg Waite Clayton is een Amerikaanse schrijfster van historische fictie. Haar nieuwste boek De laatste trein naar vrijheid vertelt het verhaal van Truus Wijsmuller, de oorlogsheldin die duizenden Joodse kinderen redde.

De laatste trein naar vrijheid speelt zich af in Wenen, eind jaren dertig. De vijftienjarige Stephan en zijn beste vriendin Žofie-Helene hebben een zorgeloze jeugd, maar hun leven staat op het punt om te slaan. Stephan is Joods en Žofie-Helene is de dochter van een opstandige krantenuitgever. Als Hitler de macht grijpt, slaat het noodlot toe. Maar er is licht in de duisternis. De Nederlandse verzetsstrijder Truus Wijsmuller-Meijer zet haar leven op het spel om Joodse kinderen naar veiliger gebied te smokkelen, terwijl landen hun grenzen sluiten. Als Groot-Brittannië aangeeft kinderen uit het Duitse Rijk toe te laten, is ‘tante’ Truus vastberaden en dwingt ze toestemming af van de gevreesde SS’er Adolf Eichmann om de kinderen te redden… In een race tegen de klok begeleidt ze Stephan, Žofie-Helene en uiteindelijk duizenden andere kinderen op een levensgevaarlijke tocht naar een onzekere toekomst. Kan ze de kinderen – en zichzelf – in veiligheid brengen? Lees hier alvast een hoofdstuk vooruit.

In gesprek met Meg Waite Clayton

Wat maakte dat u een verhaal wilde schrijven over een Nederlandse oorlogsheldin?

Bestel De laatste trein naar vrijheid via Paagman.nl

Het antwoord op deze vraag is simpel: Truus zelf. Ik had gelezen over Nicholas Winton, die de reddingsacties vanuit Praag leidde, en ik ging op zoek naar de persoon of personen die de leiding hadden over de reddingsacties vanuit Berlijn en Wenen. Uiteindelijk stuitte ik op de naam van Truus, in een kinderboek dat een paar jaar nadat mijn zoon me over de kindertransporten had verteld, is gepubliceerd. Toen ik haar naam eenmaal kende, vond ik een online vermelding van Truus als Rechtvaardige onder de Volkeren, een eretitel die werd toegekend aan niet-Joden die hebben geholpen om Joden te redden. In de vermelding was het woord `kindertransporten’ niet terug te vinden, maar ik maakte er wel uit op dat Truus het grote voordeel had dat ze een niet-Joodse was met toegang tot de machtsstructuur van de nazi’s. Voor mij was het een keerpunt: ik ben niet Joods, maar Truus ook niet. En hetzelfde gold voor een heleboel mensen die hun leven op het spel hebben gezet om anderen te helpen. Hoe ontzagwekkend Truus ook was, het schrijven van dit verhaal leek gek genoeg een minder onmogelijke taak toen ik eenmaal meer over haar wist. Het is geen Joods verhaal, het is gewoon een verhaal dat de hele wereld zou moeten kennen. Het kostte de nodige moeite, maar ik vond een soort biografie, Geen tijd voor tranen, alleen in het Nederlands gepubliceerd en vijftig jaar geleden voor het laatst gedrukt. In dit boekje stond onder meer een korte passage over de confrontatie die Truus aanging met de nazi die op dat moment de leiding had in Wenen: een jonge en ambitieuze, nog niet beruchte, Adolf Eichmann. Toen ik dat eenmaal had gelezen, móést ik dit verhaal vertellen.

Hoe hebt u de overlevenden opgespoord die door Truus zijn gered?

Het was niet zo moeilijk om de kinderen en hun families te vinden: het United States Holocaust Memorial Museum en de Tauber Holocaust Library hebben een (online) archief vol met interviews en mondelinge verslagen. Verder had ik de beschikking over de interviews die mijn zoon en zijn vrienden hebben afgenomen en heb ik mezelf ondergedompeld in brieven, documentaires, boeken en andere getuigenissen, zelfs al voordat ik Truus had gevonden. Toen ik eenmaal van haar bestaan wist, concentreerde ik me op de Weense verhalen. Ik heb zelf geen overlevenden geïnterviewd, omdat ik van de bronnen die ik al had wist dat deze verhalen zeer pijnlijk zijn om te vertellen. De buitengewone acties hebben het leven van deze kinderen gered, maar de meesten hebben hun ouders nooit meer teruggezien. Sommige kinderen die na de oorlog wel met hun families werden herenigd, spraken tegen die tijd alleen nog maar Engels, en hun ouders alleen Duits. Sommigen herinnerden zich het leven vóór Engeland niet meer. Anderen voelden zich in de steek gelaten. Ik had de beschikking over zo’n rijkdom aan ervaringen om mijn fictieve Weense gezinnen op te baseren, dat het me niet nodig leek om hen te belasten, om ze te vragen hun verhalen opnieuw te vertellen, alleen maar voor mij. Wel heb ik sinds de publicatie van de Engelstalige versie van mijn boek in september de ongelooflijke eer gehad om overlevenden en hun kinderen en kleinkinderen te ontmoeten. Afgelopen zomer ben ik naar Amsterdam gereisd voor een ontmoeting met een groep die de route traceerde van de trein waarmee ze naar Engeland zijn gebracht. Overlevenden komen naar mijn lezingen. Mensen sturen me foto’s van generaties die zonder de kindertransporten waarschijnlijk niet meer zouden hebben geleefd. Ik heb gehoord van overlevenden die helemaal in Israël wonen – een man die als éénjarige op de trein is gezet en die onlangs samen met zijn zoon en zijn kleinzoon per fiets de reis heeft gemaakt die hij als baby met de trein had afgelegd. Hij schreef me dat hij bij het lezen van de roman voortdurend had gehuild, dat het hem in staat had gesteld om zijn eigen ervaring op een heel nieuwe manier te begrijpen. Nu zijn we bezig een persoonlijke ontmoeting te regelen. Als ik had geweten dat de echte betrokkenen mijn roman zouden lezen, dan had ik hem nooit durven schrijven. Hun reacties betekenen enorm veel voor mij.

Waarom vindt u dat het verhaal van Truus Wijsmuller-Meijer moet worden verteld?

Als schrijver vertel ik graag verhalen over vrouwen die onder moeilijke omstandigheden grootse prestaties weten te leveren, niet in het minst omdat ik mezelf zie als exponent van de tweede feministische golf. Dit soort verhalen herinneren me eraan waar vrouwen toe in staat zijn – wat natuurlijk alles is waar we onze zinnen op zetten. Vaak worden de verhalen over deze heldinnen vergeten, zoals dat van Truus. Toen ik aan dit verhaal begon, was het zo simpel. Een verhaal dat vrouwen zoals ik zou kunnen inspireren om te geloven dat we werkelijk een verschil kunnen maken. Toen ik aan het schrijven was, begon echter ook de schokkend vlugge opkomst van extreemrechts. Openlijk antisemitisme. Haat jegens moslims. Nationalisme. White supremacy tot in de hoogste regionen van de Verenigde Staten. Ik zie landen over de hele wereld (waaronder het mijne) hun grenzen sluiten voor mensen die wanhopig op zoek zijn naar een veilige haven. De tactieken die Hitler gebruikte om zijn macht te verstevigen – het zwartmaken van de pers en het rechtssysteem, het schenden van politieke normen, bijeenkomsten waar deelnemers worden opgehitst om vijandige leuzen te roepen, het aanmoedigen van geweld en haat – zijn schrikbarend gewoon geworden. In het licht van deze ontwikkelingen heb ik sterker dan ooit het gevoel dat we verhalen over buitengewone edelmoedigheid en altruïsme moeten lezen en ons erdoor moeten laten inspireren. Verhalen over mensen als Truus. We moeten onszelf in herinnering brengen hoeveel verschil één enkele moedige persoon kan maken.

 

De laatste trein naar vrijheid ligt vanaf 21 januari bij Paagman in de winkels. Reserveer je exemplaar hier via de website!

Tags bij dit verhaal
Geschreven door
Meer van Redactie Paagmag

Tijd voor een minivakantie met Time to momo!

Tekst: time to momo Het is voorjaar, tijd voor een minivakantie! Ga...
Lees verder