Het verhaal van John Boynes nieuwe, grote roman Toen de wereld brak zat al zeventien jaar in zijn hoofd. Dat hield hij stil, tot nu.
Tekst: Liesbeth Smit
Het krachtige vervolg op zijn internationale bestseller De jongen in de gestreepte pyjama raakt aan thema’s als schuld, wraak en vergeving. En stelt de actuele vraag: is (medeplichtigheid aan) een oorlogsmisdaad ooit nog recht te zetten?
‘Vergeten’ personage
Een internationale bestseller is misschien wel de droom van iedere schrijver. Maar met elf miljoen verkochte exemplaren, een film, een ballet en een opera overkwam het John Boyne in 2006 met De jongen in de gestreepte pyjama. Minder bekend is dat, toen hij het manuscript van dat boek inleverde, hij meteen een computerbestand aanmaakte voor één bepaald personage uit dit boek. En dat was voor Gretel, de oudere zus van het jongetje Bruno uit het boek. In de jaren na publicatie bleef Boyne aantekeningen over haar bijhouden in dat bestand. Wat
zou ze doen? Hoe zou haar leven verlopen? Die vragen gingen niet alleen over Gretel; de geschiedenis van de Holocaust fascineerde Boyne al sinds zijn vijftiende. Boyne: ‘Waarom deden zoveel mensen massaal mee aan het geweld, hoe werkte die hersenspoeling? Ook blijf ik het aangrijpend vinden dat deze geschiedenis zo recent is. Mijn vader was bijvoorbeeld al geboren toen deze grootste misdaad in de westerse geschiedenis plaatsvond. Toch wilde ik in 2006 niet meteen met de Holocaust verder, eerst wilde ik andere boeken maken. Jarenlang dacht ik zelfs dat ik het verhaal van Gretel pas aan het eind van mijn leven zou schrijven. Tot ik het vorig jaar instinctief een goed moment vond om naar haar terug te keren, ook omdat ze toen theoretisch gezien nog in leven had kunnen zijn. Bovendien bleek Gretels persoonlijke worsteling met oorlog en genocide plotseling zeer relevant voor onze huidige tijd. Daarvoor hoeven we maar naar de Oekraïne te kijken, of naar de politieke rally’s van Trump. Geweld is er altijd geweest en het stopt nooit, het zit in de menselijke natuur. Maar hoe gaan we daar mee om? Daar gaat dit boek ook over.’
Vertellingskracht van fictie
Wegkijken, actief meewerken aan onderdrukking óf juist verzet bieden is de rode draad in vrijwel al zijn boeken, zegt Boyne. Maar in Toen de wereld brak speelt ook iets anders mee. En dat is de verplichting die hij als schrijver voelt om in de verhalen over de Holocaust de menselijke factor centraal te zetten. Ook als de gekozen vorm fictie is, zoals in Boynes geval. Boyne: ‘De jongen in de gestreepte pyjama noemde ik bewust een fabel, omdat het door mij verzonnen was. Daardoor is het, naast het succes dat het boek had, ook bekritiseerd op het waarheidsgehalte. Ik vond het verbluffend dat voor die mensen de feiten belangrijker waren dan de universele vertellingskracht van het verhaal. Toch is het uitgangspunt van Toen de wereld brak realistischer. De reden daarvan is eenvoudig, want het verhaal wordt dit keer niet verteld door een negenjarige, maar door een negentigjarige.’
Dat verhaal is, voor de lezers die De jongen in de gestreepte pyjama (nog) niet lazen, dat van de door schuld en schaamte verteerde Gretel. Die na de Tweede Wereldoorlog het naziverleden van haar ouders angstvallig verborgen houdt. Tot het negenjarige jongetje Henry in haar flatcomplex komt wonen. Waarna Gretels verleden en heden door elkaar heen beginnen te lopen. Boyne: ‘Hoewel Gretel in 1945 met haar moeder Duitsland ontvluchtte, kon ze alsnog nergens haar schuld ontlopen. Niet in de wereld, maar vooral niet in zichzelf. Deels is dat terecht. Al is het maar omdat Gretel, door haar hele leven te zwijgen over wat ze als kind in Auschwitz zag, haar morele plicht verzaakte om essentieel bewijsmateriaal te geven aan rechters, historici en nabestaanden. Tegelijkertijd is zij ook een slachtoffer; een ooit twaalfjarig kind in oorlogstijd dat geen invloed had op de keuzes van haar familie. Dat maakt Gretel een complex personage. Met wie ik niet per se sympathiseer maar die mij wel zeer fascineert. Ik genoot daarom van het schrijven van dit boek. Omdat ik er al zo lang over had nagedacht, maar ook omdat het verhaal mij zo uitdaagde.’
Dadergeschiedenis en discussie
Hoewel Gretel in het begin van het boek nog als een uitgesproken karakter met bijbehorende vertelstem klinkt, blijkt snel welk duister verleden daarachter verborgen zit. Waarna ze een vorm van menselijkheid in zichzelf terugvindt die ze lang niet kon toelaten. Boyne: ‘Het spannende is dat het personage van Gretel een nieuwe laag toevoegt aan wat er al is geschreven over de Holocaust. En ik zou het mooi vin-
den als lezers daar gesprekken over aangaan met anderen, zo van: wat vind jij van haar, wat deed zij met je?’ Al weet Boyne ook dat aandacht voor dadergeschiedenis in relatie tot de Holocaust nog altijd gevoelig ligt. Hij was dan ook nooit eerder zo gespannen voor een boeklancering als nu, bij dit boek. ‘Het perspectief dat ik via Gretel koos is controversieel. Maar waar ik bezorgder over ben is dat mensen er een mening over vormen zonder eerst haar verhaal te lezen. Mijn uitdaging is om iedere keer het beste boek te schrijven dat ik kan, en ik heb er als schrijver niets over te zeggen als dat niet zo wordt ontvangen. Maar ik hoop wel op een open blik van lezers, en op hun verbeeldingskracht. Want Gretel probeerde haar hele leven te begrijpen wat haar vader deed, en waarom. Haar broertje Bruno deed dat ook, door in het eerste boek in Auschwitz naar het hek te lopen en zich af te vragen wat daarachter gebeurde. Het echte leven is uiteindelijk niet veel anders dan dat, ook daar proberen we constant te begrijpen wat ons overkomt. Inlevingsvermogen vinden is precies wat ik als schrijver steeds opnieuw probeer in al mijn boeken. En dat geldt ook voor Gretels verhaal.’