Het boek van de galg is de nieuwe solothriller van Thomas Enger, de schrijver van de Blix & Ramm-serie. Reden voor een uitgebreid interview met deze Noorse bestsellerauteur.
Tekst: Merel Rijs
Dit artikel verscheen eerder in Scandi #3
Ooit werkte hij als journalist en turnleraar, tegenwoordig is de Noorse schrijver Thomas Enger niet meer weg te denken uit het Scandinavische thrillergenre. Samen met Jørn Lier Horst schreef hij de zeer succesvolle Blix & Ramm-thrillerreeks. In de boekhandel ligt nu zijn nieuwe, huiveringwekkende en bij vlagen sardonische solothriller: Het boek van de galg.
Wat inspireerde je om Het boek van de galg te schrijven?
Ik herinner me zelden het exacte moment waarop het idee voor een nieuw verhaal in mijn hoofd ontstaat. Sowieso zijn het meestal slechts vage flarden van een scène of een personage die me prikkelen om te verwerken in een verhaal. Soms komt het ook voor dat ik word gegrepen door iets wat ik lees. Vervolgens diep ik dat graag verder uit. Voor Het boek van de galg zag ik wel duidelijk een beeld voor me van een heel jong meisje, ergens tussen de zes en acht jaar oud, dat verwilderd en eenzaam bij een geldautomaat stond. Als je zo’n tafereel op straat zou aantreffen, zou je je natuurlijk meteen afvragen wat er in ’s hemelsnaam met haar aan de hand is, vooral als ze zo ver weg van huis is. Dat leek me een interessant begin voor een nieuw boek. Uiteindelijk is het verhaal overigens niet helemaal op deze manier begonnen, maar dat beeld heeft wel de aanzet gegeven.
De verhaallijn wisselt tussen verschillende perspectieven. Hoe is het om steeds te moeten schakelen tussen uiteenlopende personages?
Verschillende soorten personages met overtuiging en geloofwaardigheid op papier zetten is, naast het bedenken van een geweldige plot natuurlijk, misschien wel de allergrootste uitdaging voor iedere schrijver. Het ene moment vertel je het verhaal door de ogen van een negenjarige, het volgende hoofdstuk vanuit het perspectief van een man van 89 jaar met alzheimer. Je moet als schrijver echt in de huid van je personages proberen te kruipen en bedenken hoe zij zouden handelen in bepaalde situaties. Uiteindelijk kan ik alleen maar op mijn eigen brein en verbeelding vertrouwen, hoewel ik soms – weliswaar zeer zelden – met mensen spreek die de aandoeningen of banen in kwestie hebben.
Wat stuurde dit verhaal tijdens het schrijfproces het meest: de personages of de plot?
Ik denk een beetje van beide. Als ik een verhaal bedenk, ga ik eerst op zoek naar de belangrijkste basiselementen. Zodra er een opzet van de plot is, ga ik aan de slag met het uitwerken van de personages. Soms heb ik al een vrij goed idee wie mijn personages zijn voordat ik begin te schrijven, maar heel vaak veranderen of vormen ze zich naarmate ik dieper in het verhaal duik. Ik heb normaal gesproken van tevoren al een vrij goed beeld van wie de slechterik is, maar ook dat is al schrijvende al een paar keer veranderd. Ik vind het trouwens heel leuk als zoiets gebeurt. Schrijven is een dynamisch proces. Een plotwending is dus zeker niet alleen leuk voor lezers, als schrijver kan ik daar minstens zo van genieten.
Fans kennen je natuurlijk van succesvolle series als Henning Juul en de Blix & Ramm-reeks, die je samen met Jørn Lier Horst hebt geschreven. Hoe ervaar je het verschil tussen samen en alleen schrijven?
Het grootste voordeel van het schrijven met z’n tweeën is natuurlijk dat je de hele tijd iemand hebt om ideeën mee te delen. Schrijver zijn is een vrij eenzaam beroep; normaal gesproken zit je zo’n zes tot twaalf maanden met je eigen gedachten en ideeën, en dan stuur je het op naar je uitgever. Jørn en ik discussiëren voortdurend over wat we zouden willen schrijven, hoe onze personages zich zouden moeten ontwikkelen, en die discussies zijn altijd heel boeiend en nuttig. We zijn het misschien niet altijd met elkaar eens, maar we maken graag gebruik van elkaars ideeën en ervaringen en verleggen zo onze eigen grenzen. Jørn en ik hebben in de loop der jaren een heel goede manier van samenwerken ontwikkeld. Ik zou zeggen dat het steeds beter gaat, wat – hopelijk – ook in onze boeken doorklinkt.
Heb je veel research gedaan? Kun je ons mee nemen naar een verrassend moment tijdens het onderzoek voor Het boek van de galg?
Eerlijk gezegd ben ik niet het type dat veel research doet; ik ben er simpelweg te ongeduldig voor en wil gewoon vooral graag mijn verhaal schrijven. Wel controleer ik soms een feitje (drie)dubbel als mijn eerste opzet klaar is. In Het boek van de galg staan trouwens een aantal Bijbelse verwijzingen. Er ging wel een wereld voor me open toen ik me realiseerde dat de namen die ik voor Petrus en Magdalena had gekozen, heel goed pasten bij waar ze in de Bijbel bekend om stonden. Dat was echt een open baring! Meer dan dat zal ik niet zeggen…
Met welk persoonlijk, grappig feitje zou je je fans weleens kunnen verrassen?
Haha, ik hoop dat er genoeg dingen over mij zijn die mensen zullen verrassen, maar wat dacht je van het feit dat ik de dag altijd begin met het kijken naar honden-reddingsvideo’s. (En ik ben nota bene allergisch voor honden…)
Wat is het beste advies dat je ooit hebt gekregen als het op schrijven aankomt?
‘Nooit opgeven’ (van Thomas Enger aan Thomas Enger op dagelijkse basis tussen de jaren 1996-2023).
Kunnen we al duimen voor een vervolg op Het boek van de galg?
Als er één ding is dat ik in de loop der jaren als schrijver heb geleerd, is het om nooit iets uit te sluiten. Dus…