Sta open voor alle vrolijkheid om je heen!

Heb jij ook al de lentekriebels te pakken? Voor velen is de lente het favoriete seizoen door de bloemen, bomen, lichte lucht en het warmere weer. Want iedereen kan wel weer wat vrolijkheid in zijn of haar leven gebruiken toch?

Maar heb je je ooit afgevraagd waarom iedereen omhoog kijkt zodra er een regenboog verschijnt, of waarom we in de lente popelen om naar buiten te gaan om bomen en bloemen in bloei te zien? Is er een reden dat ieder mens – ongeacht geslacht, afkomst of leeftijd – moet glimlachen als hij een bos felgekleurde ballonnen ziet? In Vrolijkheid onderzoekt de gerenommeerde ontwerper Ingrid Fetell Lee hoe het komt dat omgevingen en objecten waarmee we dagelijks in aanraking komen soms verrassende en krachtige effecten hebben op onze stemming. Wij delen nu alvast een voorproefje uit haar boek!

Leesfragment uit Vrolijkheid

Bestel Vrolijkheid nu bij Paagman.nl

Daar stond ik dan voor een panel van professoren peentjes te zweten. Ze keken met ernstige gezichten naar de kleine verzameling voorwerpen die achter me waren uitgestald: een lamp in de vorm van een zeester, theekopjes met een ronde onderkant en drie krukjes gemaakt van gekleurd schuim. Misschien had ik toch een vergissing begaan door een veelbelovende carrière in de brandmarketing op te geven voor een design-opleiding aan het Pratt Institute, ging er door me heen. Uiteindelijk verbrak een van de hoogleraren de lange stilte. ‘Ik word vrolijk van je werk.’ De anderen knikten instemmend. En opeens hadden ze allemaal een glimlach op hun gezicht. Dat betekende dat ik mijn eerste examen Industriële vormgeving had gehaald. Alleen maakte mijn opluchting al snel plaats voor verwarring, want vrolijkheid is een vluchtige en ongrijpbare emotie. Die kun je niet zien of aanraken. Hoe kon iemand dan vrolijk worden van zulke eenvoudige voorwerpen: een kopje, een lamp en een kruk?

Ik wilde graag dat de heren me dat uitlegden, maar ze gebaarden alleen maar wat met hun handen, wikten en wogen en zeiden uiteindelijk: ‘Tja, nou, eh… Dat is gewoon zo.’ Ik bedankte ze, maar de vraag bleef me bezighouden terwijl ik mijn spullen voor de zomervakantie inpakte.
Hoe kunnen tastbare, concrete spullen een abstract gevoel van vrolijkheid oproepen? Het antwoord daarop leek in eerste instantie vrij voor de hand liggend: dat kan namelijk niet. Natuurlijk kunnen materiële zaken een zeker plezier oproepen, maar de meeste mensen zullen dat oppervlakkig en kortstondig vinden, geen betekenisvolle bron van blijdschap.

In alle boeken over geluk die ik door de jaren heen had gelezen, stond nooit dat je blij kunt worden van spullen uit je keuken- of kledingkast. Bijna alle deskundigen waren het erover eens dat betekenisvol geluk niet in je omgeving maar in jezelf zit. Deze opvatting valt terug te voeren op eeuwenoude filosofische tradities. Toch zag ik in de weken en maanden na mijn examen legio voorbeelden van mensen die wel degelijk vrolijk werden van materiële spullen. Als ze in een museum naar een van hun lievelingsschilderijen keken of op het strand een zandkasteel bouwden, kregen ze een glimlach op hun gezicht, lachten ze en gingen ze helemaal op in het moment. En ze leken bovendien niet alleen vrolijk te worden van dingen om zich heen, maar deden soms ook veel moeite om hun directe omgeving aangenamer te maken. Waarom zouden mensen zulke dingen doen als die geen merkbaar effect hadden op hun geluksgevoel? Uit talloze onderzoeken komt steeds duidelijker naar voren dat onze omgeving onze geestelijke gezondheid beïnvloedt. Naarmate ik me verder verdiepte in de wetenschappelijke bewijzen werd vrolijkheid steeds minder amorf en abstract, en juist tastbaarder en echter. Blijdschap leek opeens binnen handbereik te liggen zónder dat er jaren van introspectie of discipline voor nodig waren. Ik begon de wereld te zien als een reservoir van positiviteit, waar ik me te allen tijde in kon onderdompelen. Ik ontdekte dat bepaalde plekken leken te bruisen, zoals een gezellig verlicht buurtcafé of een rijtje herenhuizen met uitbundige bloembakken op de vensterbank. Vanaf dat moment besloot ik vaker langs die plekken te lopen. Als ik een rotdag had, voelde ik me daardoor niet meer volkomen ellendig en machteloos, maar ontdekte ik kleine dingetjes die mijn stemming verbeterden. Het werd me geleidelijk duidelijk dat de kennis over geluk onvolledig was. Blijdschap is namelijk helemaal niet moeilijk te vinden. Het is zelfs overal om ons heen.

Ik vroeg zowel mensen die ik kende als ook heel veel onbekenden welke plekken of voorwerpen zij met blijdschap associeerden. En besloot daarna een lijst op te stellen van vergelijkbare zaken, van dingen die steeds opnieuw werden genoemd, waaronder strandballen en vuurwerk, zwembaden en boomhutten, heteluchtballonnen, ijsjes met discodip en van die plastic pretoogjes. Ik verzamelde foto’s van de voorbeelden die genoemd werden en hing die op in mijn werkkamer. Vervolgens besteedde ik elke dag een paar minuten aan nieuwe beelden, ik bracht categorieën aan en zocht naar patronen. Tot ik op een dag al die beelden stond te bestuderen en er een lampje ging branden: de lolly’s, pompons en stippeltjes waren allemaal rond! Er hingen foto’s van felgekleurde quilts gebroederlijk naast kaarsen in regenboogkleuren en schilderijen van Matisse; de verzadigde kleurenpracht spatte ervan af. De foto van een roosvenster in een kathedraal snapte ik eerst niet helemaal, tot ik die naast een sneeuwvlok en een zonnebloem hield: ze hadden alle drie uitwaaierende symmetrische lijnen. Ook werd de rode draad in alle bollen, ballonnen en kolibries me opeens duidelijk: ze zweefden of dwarrelden door de lucht. Door het zo voor me te zien snapte ik opeens dat vrolijkheid mysterieus en intuïtief is, en we er door de tastbare, uiterlijke kenmerken van voorwerpen toegang toe krijgen. Dat vrolijke gevoel vloeit voort uit iets wat ontwerpers ‘esthetiek’ noemen, de kenmerken die bepalen hoe een voorwerp eruitziet en aanvoelt, ofwel de look-and-feel. Voor mij was esthetiek tot dan toe altijd iets decoratiefs geweest en daardoor misschien zelfs een tikkeltje wuft. Ik was naar de designacademie gegaan omdat ik dingen wilde maken die het dagelijks leven van mensen verbeteren, en het werd een soort obsessie voor me dat de door mij ontworpen producten ergonomisch, functioneel en milieuvriendelijk zouden zijn. Hoewel ik genoot van de colleges waarin we leerden hoe kleur, structuur, vorm en beweging toegepast konden worden, waren die elementen voor mij eerder extraatjes dan essentieel. Dat lijkt een breed gedeelde opvatting in onze maatschappij te zijn. Hoewel er aandacht is voor esthetiek, hoor je er geen prioriteit van te maken. Doe je daar wel moeite voor, dan loop je het risico dat anderen dat oppervlakkig of onbeduidend vinden. Kijkend naar de esthetische beelden aan de wand in mijn werkkamer besefte ik echter dat het verder ging. Dit waren namelijk niet gewoon decoratieve voorwerpen – daarvoor riepen ze te sterke emoties op. Uiteindelijk kwam ik op tien vrolijke esthetische elementen uit, en elk daarvan onthult een duidelijk verband tussen een vrolijk gevoel en tastbare kenmerken in onze omgeving.

Energie: sprekende kleuren en licht
Overvloed: weelderigheid, verscheidenheid en variëteit
Vrijheid: (ongerepte) natuur en open ruimte
Harmonie: balans, symmetrie en flow
Spel: cirkels, bollen en bubbels
Verrassing: contrast en speelse grilligheid
Transcendentie: verheffing en lichtheid
Magie: onzichtbare krachten en illusies
Feestelijkheid: gelijktijdigheid, sprankeling en uitbarstende, knallende vormen
Vernieuwing: opbloeien, groei en ronde lijnen

Welk verband bestaat er tussen deze esthetische elementen en onze emoties? En waarom roepen juist deze in het bijzonder vrolijke gevoelens bij ons op? Met deze vragen begon ik aan een reis die me naar enkele van ’s werelds vrolijkste plekken voerde. Maar uiteindelijk gaat Vrolijkheid niet over de zoektocht naar blijdschap in allerlei verre uithoeken van de wereld, maar over gelukkiger worden op de plek waar je bent. Je hoeft er geen specifieke methode voor te leren en jezelf niets op te leggen. Het enige wat ervoor nodig is, is iets waar je al over beschikt: openstaan voor al het vrolijks om je heen.

Tags bij dit verhaal
Geschreven door
Meer van Redactie Paagmag

Vriendschap en vluchten: Een nieuw thuis vinden in een vreemd land

Door Sasha Haasnoot Hartsvriendinnen, maatjes, en bloedbroeders, het zijn allemaal leuzen voor...
Lees verder