Waarom wordt Den Haag dé pop- of rockstad van Nederland genoemd en is die benaming terecht? Samen met Haagse artiesten van toen én nu nemen we dit predikaat onder de loep.
Tekst: Tess van der Zwet
Douze points
‘Haagse bands doen het goed in Top 40’ kopte de Gelderlander deze herfst, toen zowel het gerenommeerde DI-RECT als de nieuwe sensaties Son Mieux en Goldband de hitlijsten binnenwalsten. En begin dit jaar werd door het muziekplatform 3voor12 op het jaarlijkse muziekfestival Noorderslag nog geconcludeerd dat ‘Rockstad Den Haag weer punten scoorde’, niet alleen met eerdergenoemde nieuwkomers, maar ook met rock-acts als Wodan Boys en Prins S. en de Geit. Zit er iets in het duinwater wat goede muziek voortbrengt? En wanneer begon die Haagse rockgeschiedenis eigenlijk?
Het begon met de indorock
We schrijven jaren zestig, wanneer de popcultuur ontstaat en zich razendsnel ontwikkelt. De muzikale rage heet ‘beatmuziek’, aangevoerd door Britse bands als The Beatles, The Rolling Stones, The Kinks en The Who. Dat slaat aan bij de muzikale jongeren in Den Haag, waaronder bij Cesar Zuiderwijk, die ook aan de radio gekluisterd zit en de muziek als een spons in zich opneemt. ‘De jongerenscene in Den Haag werd aangevoerd door de indorock’, legt hij uit. ‘Veel jonge mensen die uit de voormalige kolonie Nederlands-Indië naar Nederland waren gekomen hadden allang kennis gemaakt met de rock-’n-roll en introduceerden dat hier. Ze konden waanzinnig spelen en vormden bands. Zij waren het die de andere leden van de Earring gitaar leerden spelen.’
Basis van de nederbeat
De stad bruist. De populaire sound van die tijd, de nederbeat, wordt op landelijk niveau stukgespeeld door Haagse bands als The Motions, Q65 en ook Zuiderwijks Golden Earring. In de stad zijn talloze speelgelegenheden, waaronder de Marathon, de Houtrust Rotonde, het Zuiderpark en de Eekhoorn. Tussen de muzikanten heerst een enorme verbondenheid. ‘Dinsdagavond was band-avond in de Marathon’, herinnert Zuiderwijk zich. ‘Iedereen was daar aanwezig: muzikanten, managers, roadies. Overdag zag je elkaar bij muziekhandel Servaas. Men kwam zelfs vanuit het buitenland om hier instrumenten aan te schaffen.’ Ook de muziek zelf gaat de grenzen over. In 1969 en 1970 klinkt Venus van Shocking Blue tot in de Verenigde Staten door de speakers en in 1973 en 1974 volgt Radar Love van Golden Earring.
Vriendelijke volksmentaliteit
Zo wordt in het ‘Liverpool van de Lage Landen’ het perfecte muziekklimaat gecreëerd voor een volgende generatie. Muzikant en zanger Hans Vandenburg kijkt begin jaren zeventig zijn ogen uit: ’Ik kwam als jonge jongen al bij de repetities van Sandy Coast. Gewoon zitten en kijken hoe zij speelden. En mijn eerste échte band, Gruppo Sportivo, begon als voorprogramma van de Earring.’ Dat toegankelijke, vriendschappelijke zit hem in de volksmentaliteit van Hagenezen, vindt Zuiderwijk. ‘We gunden en gunnen het elkaar gewoon heel erg.’
Nieuwe aanwas
In deze beginjaren ontwikkelt Den Haag zich tot een waar muziekwalhalla, een inspirerende omgeving voor muzikanten in alle soorten en maten. In de jaren zeventig en tachtig zijn onder andere Gruppo Sportivo, Urban Heroes en Hallo Venray de nieuwe aanwas die voor reuring zorgen, maar van Haagse dominantie in de hitlijsten kan niet meer gesproken worden. Bovendien is het lang niet alleen meer gitaarrock wat de klok slaat. De nieuwe stroming klinkt alternatiever, beïnvloed door nieuwe genres als punk en new wave. ‘Wij speelden door het hele land, hadden een paar radiohits, maar zijn ook een tijdlang naar het buitenland gegaan. Moesten we ons bij terugkomst hier in Nederland weer helemaal opnieuw in de kijker spelen. Maar in Den Haag kwamen we altijd weer thuis’, vertelt Vandenburg.
Loyale muziekscene
Eind jaren negentig en begin jaren 2000 neemt Den Haag de hitlijsten weer over met een constante stroom aan liedjes. Eerst maakt Nederland kennis met Anouk, wier eerste single Mood Indigo werd geschreven door Golden Earrings George Kooymans en Barry Hay. Daarna volgen onvervalste rockbands Kane en DI-RECT. Wanneer de bands zich in 2005 goed en wel hebben bewezen, staan ze samen met Golden Earring op een overvol Malieveld. Vooral de band DI-RECT is ook nu nog smaakmaker van de huidige muziekscene, en voortzetter van de Haagse traditie jonge bands te inspireren en op sleeptouw te nemen. Nachtburgemeester en frontman van skapopband Splendid Pat Smith bevestigt de gedachte van Cesar Zuiderwijk: ‘Bij elke nieuwe generatie zie je dat de muzikanten heel loyaal zijn aan elkaar. Er is hier geen hiërarchie, dat zie ik in andere steden wel. Daarbij ken ik geen andere stad waar bands zo met elkaar verweven zijn. De meeste muzikanten hebben op een of andere manier altijd wel een keer met elkaar op een podium gestaan. Iedereen helpt elkaar.’
Den Haag als keurmerk
Dat geldt ook voor Son Mieux, een van de populairste bands van het moment en onderdeel van de nieuwe Haagse golf, zoals journalist Nico Heemelaar de nieuwe aanwas Haagse muzikanten noemde in een artikel in AD Haagsche Courant: ‘Wij zijn echt opgegroeid met DI-RECT’, vertelt gitarist Niels de Maa. ‘Wat die band deed, wilden wij ook. Ze hebben ons echt heel erg geholpen in onze ontwikkeling. Zo namen ze ons mee als voorprogramma, onder andere bij hun show in Ahoy.’ Son Mieux staat inmiddels stevig op eigen benen met een internationale tour dit najaar en een nieuwe Nederlandse tour op de planning voor begin 2023. ‘Overal waar we komen dragen we de geschiedenis van de Haagse popmuziek met ons mee’, vertelt violiste Maud Akkermans. ‘Bij aankondigingen, in reviews en artikelen wordt Den Haag altijd genoemd. Ik heb het gevoel dat de afkomst bij Haagse bands veel meer wordt benadrukt dan bij bands uit andere steden, juist vanwege die rijke historie.’
Discopop en haagsemarkt-house
Hoewel Son Mieux in 2022 een Edison in de categorie Rock won, kan de sound beter getypeerd worden als dansbare discopop met invloeden uit de jaren zeventig. De Maa: ‘We zijn echt geen rockband, maar toch zit rockmuziek diep in onze roots. Dat krijg je als je opgroeit in een stad met zo’n sterk muzikaal fundament.’ Ook ver van de zogenaamde rocktraditie staat Goldband, bestaande uit drie Hagenezen die in twee jaar tijd uitgroeiden tot ware popiconen. Ze vormden niet alleen de sensatie van het festivalseizoen, maar verkochten ook nog eens drie keer AFAS Live uit. Boaz Kok, een van de drie frontmannen van het gezelschap, noemde hun sound in 2019 zelf nog ‘bouwmarktpop meets
haagsemarkt-house’. Kortom: alles behalve rechttoe-rechtaan rockmuziek.
Beperkende mediaterm
Dus waarom toch nog altijd ‘Rockstad Den Haag’? Even googelen en je ziet dat de termen ‘rockstad’, ‘popstad’ en ‘Beatstad’ door de nationale media nog steeds veelvuldig gebezigd worden en Den Haag op een voetstuk zetten. Hans Vandenburg: ‘Het is vooral de pers die dat roept. Zelf willen we gewoon alleen maar lekker spelen.’ Pat Smith beaamt dit: ‘Haagse artiesten zullen niet snel roepen dat Den Haag als rockstad boven andere steden verheven is. Het stempel rockstad is echt een term van de media.’ Boaz Kok van Goldband vindt het zelfs een beetje oppervlakkig. ‘Natuurlijk is het een eer om in het rijtje te staan, maar het is ook ietwat beperkend. Zoals Steven van Lummel (artistiek leider van PIP, red.) zegt: Den Haag is ook een elektronische stad. In Detroit heb je zelfs een platenbak waar “The Hague” op staat. Producers als Legowelt en I-F zijn wereldwijd bekend, maar komen gewoon hiervandaan.’
Muziekstad in hart en nieren
Niet alleen in de elektronische muziek doen artiesten uit de stad het goed, ook op het gebied van jazz en klassieke muziek gebeurt er ontzettend veel. En ook de Haagse hiphopscene is ijzersterk, licht Pat Smith toe: ‘Neem de in Den Haag geboren en getogen Frenna die al jaren aan de top van de Nederlandse hiphop staat en in 2019 de meest gestreamde artiest van Nederland was. En ook Mula B wordt gezien als een van de meest vooraanstaande artiesten in het genre.’ Onder het oppervlak bruist het van genres die via andere kanalen dan enkel radio hun weg vinden naar het grote (inter)nationale publiek. Den Haag was dus nooit alleen maar een rockstad of een popstad. Ook vroeger niet, besluit Cesar Zuiderwijk: ‘Ook toen hadden we al een bruisende jazzscene met internationale topartiesten. Den Haag is gewoon een muziekstad in hart en nieren. Met werkelijk voor ieder wat wils’.