Tekst: Tess van der Zwet
Beeld: Jeremy Spierer
Joël Dicker (Genève, 1985) brak wereldwijd door met de bestseller De waarheid over de zaak Harry Quebert. Ook met zijn nieuwste roman Het mysterie van kamer 622 laat hij zijn lezers op het puntje van hun stoel zitten.
Zwitserland is zijn thuisland, in Genève kent hij iedere straathoek. Toch speelden alle in Nederland uitgebrachte romans van Dicker zich grotendeels af aan de oostkust van de Verenigde Staten, waar hij veel tijd heeft doorgebracht. ‘Tot nu toe was er altijd een grote afstand tussen mij en de plek waar ik over schreef, en tussen mij en de personages. Hoe kun je pure fictie schrijven over een plek waar je onderdeel van bent? Ik wil een verhaal vertellen door de ogen van mijn personage, niet gebaseerd op wat ik zelf voel en zie. Daar heb ik een heel lange tijd mee geworsteld.’
Onderscheid tussen fictie en non-fictie
Het is niet vreemd dat hij als schrijver moeite heeft met het maken van onderscheid tussen fictie en non-fictie. Voor de lezers blijkt dat helemaal lastig. ‘In De waarheid over de zaak Harry Quebert creëerde ik de jonge auteur Marcus Goldman. Hij was alles wat ik niet was, ik had werkelijk niets van mezelf in hem gestopt. En toch vroeg iedereen mij: “Ben jij Marcus? Is het personage gebaseerd op jezelf?” Keer op keer moest ik benadrukken dat ik het echt niet was. Toen de serie uitkwam, met Patrick Dempsey in de hoofdrol, waren mensen zelfs teleurgesteld. De serie vonden ze goed, hoor. Het was alleen jammer dat de hoofdpersoon helemaal niet op me leek, haha.’
En dat is misschien wel de reden dat Dicker zijn lezers en zichzelf in zijn nieuwste roman extra op de proef stelt. Het mysterie van kamer 622 is het eerste boek van zijn hand dat zich afspeelt in zijn thuisstad Genève, met een hoofdpersoon die -jawel- Joël heet. ‘Ik heb nu een personage gecreëerd dat er alle schijn van heeft een reflectie van mij te zijn. Lezers zullen me nu weer vragen of ik dit echt ben. Maar dit keer iets onzekerder dan de vorige keer, omdat dit boek natuurlijk op geen enkele manier autobiografisch kan zijn.’
Thriller- of misdaadgenre?
Dickers boeken worden vaak crime-thrillers genoemd, waarin mysterieuze verdwijningen en moordzaken de rode draad vormen. Zelf herkent hij zich niet echt in die genreaanduiding. ‘Ik wil boeken schrijven die het plezier in lezen bij mensen opwekken, hen grijpen en niet loslaten. Ik houd me totaal niet aan de regels die gelden in het thriller- of misdaadgenre. Belangrijker is het dat de plek waar het verhaal zich afspeelt een omgeving is waar je als lezer wilt zijn. Ook de personages moeten tijdens het lezen aanvoelen als vrienden. Je leeft met ze mee, je begrijpt ze, ondanks hun slechte kanten of onhebbelijkheden. Ook al hebben ze iets verschrikkelijks op hun kerfstok. Het zijn uiteindelijk ook maar mensen.’
Boekentips van Joël Dicker! Het boek…
…dat mijn all time favourite is:
‘Ik was twintig toen ik Philippe Roths De menselijke smet las, toen ik me vlak bij New York bevond. Dat boek was een enorme schok voor me: ik zag opnieuw de elementen, de personages en hun gedragingen terug in deze plek, de ‘intelligente’ oostkust. Dat boek heeft me nooit meer losgelaten.’
…dat mij onlangs van mijn sokken blies:
‘Afgaande op de cover en de blurb zou ik 1793 van de Zweedse auteur Niklas Natt och Dag nooit zelf hebben gekozen, maar gelukkig was er een boekhandelaar die het in mijn handen duwde en zei: “Dit is wat voor jou.” Ik was overweldigd, gefascineerd door de manier waarop de schrijver het Stockholm van die tijd beschrijft. Je kunt de stad ruiken, voelen, zien. Alsof je kunt tijdreizen en er middenin staat.
…van mijn kindertijd:
‘Joris en de geheimzinnige toverdrank van Roald Dahl is een geweldig spannend verhaal over een jongen die op een ochtend op zijn supergemene, akelige oma moet passen. In plaats van medicijnen geeft hij haar een zelfgebrouwen toverdrank. Dat gaat natuurlijk helemaal verkeerd. Ik zou het zo weer kunnen lezen. Elke generatie vindt er iets herkenbaars in terug.’
…dat ik wel heb, maar nog lezen moet:
‘Ik kijk heel erg uit naar American Dirt (Nederlandse titel: Wie omkijkt – red.) van Jeanine Cummins, een roman over de migratiecrisis in de Verenigde Staten. Het is net in het Frans verschenen, maar ik heb door het afronden van Het mysterie van kamer 622 nog geen tijd gehad om ervoor te gaan zitten.’