Youp van ’t Hek en Marije Tolman over de kerstklassieker Flappie

Ze vonden elkaar bij het maken van een kinderboek; afgelopen jaar verscheen hun ‘pensioenboek’ Een zee van tijd. En nu hebben Youp van ’t Hek en de Haagse illustrator Marije Tolman een nieuw geesteskind: Flappie, het boek. Een gesprek over het bekendste konijn van Nederland en het geheim van hun vruchtbare samenwerking. ‘Ik had me verheugd op het slachtwerk’.

Tekst: Jean-Pierre Geelen
Fotografie: Anouk de Kleermaeker
Bestel Flappie via Paagman.nl

Het was een najaarsavond, 1977. Youp van ‘t Hek (68) weet het nog zo goed. Hij was 23, zijn oudere zus moest voor haar studentenvereniging een cabaret-optreden doen. Youp, nog totaal onbekend, zou wel iets schrijven. Cabaret kan over van alles gaan, desnoods over een kerstkonijn, had hij gezegd.

Daad bij het woord: zo werd Flappie geboren, het bekendste konijn van Nederland. Niet uit een jeugdtrauma, maar mede met dank aan schrijver Maarten Biesheuvel, van wie Youp kort tevoren een verhaal had gelezen waarin mannen op een schip anekdotes vertellen uit hun jeugd. Een daarvan ging over een konijn. Binnen een paar uur zat het lied in elkaar, al klonk het heel anders dan hoe iedereen het kent. Van ’t Hek: ‘Ik had er zelf op de piano een melodie bij gemaakt, maar ik ken maar een paar akkoorden op de piano.’ De uitvoering op die studentenavond was niettemin een daverend succes. ‘Er werd zo hard gelachen dat de zangeres het nog een keer moest zingen’, herinnert Youp zich.

De beginnend cabaretier nam het lied mee naar zijn eigen groep, die Flappie adopteerde. Op één voorwaarde: pianist Jan Kokken wilde er een andere melodie op maken. De rest is geschiedenis. Generaties hebben gesnotterd om het arme konijn, en wellicht evenveel om het tere kind dat zijn konijn kwijt is en na de wrede waarheid wraak neemt op zijn vader, de dader. Van ’t Hek: ‘Mijn eigen dochter vroeg toen ze een jaar of vijf was of het klopte dat ik een lied over een konijn had gemaakt. Ik zei van wel, en liet het haar horen. Daarna moest het nog een keer. En nog een keer. Steeds bleef ze stil. Na de vijfde keer betrok ze, en barstte in onbedaarlijk huilen uit.’

Ritme

Op zijn 23ste had Van ‘t Hek dus een van zijn grootste hits gemaakt. Zoals wel vaker bij voltreffers, was het nummer er in een mum van tijd en is er nooit meer een woord aan de tekst veranderd. ‘Wonderlijk hoe dat werkt, maar soms voel je meteen dat alles klopt. Zo ging het ook met die andere hit, Niemand weet hoe laat het is. Ik had nog een lied nodig ter afsluiting van een show, en binnen een uurtje had ik de woorden. Ik faxte de tekst naar pianist Ton Scherpenzeel, en die had dezelfde dag nog de muziek. Aan veel andere nummers hoor je wel dat er ergens een zinnetje tussen geschoven is, voor het ritme of anders. Dan klopt het dus niet helemaal, en dat hoor je. Alleen Annie M.G. Schmidt heeft nooit zulke zinnetjes gehad, bij haar klopte altijd alles.’

Radiohit

Helemaal vanzelf ging het succes van Flappie ook weer niet: het nummer was niet direct een hit. Totdat Koos Postema en Willem Ruis het draaiden in het radioprogramma Langs de lijn. Ze kregen de slappe lach van het nummer, en draaiden het die middag uiteindelijk vijf keer. De hit was geboren, althans: de radiohit. Youp: ‘De singel heeft voor geen meter verkocht. Het is echt een radiohit gebleven, zoals het daar nog elk jaar in december gedraaid wordt.’

En nu, decennia later, is er Flappie, het boek, naar het idee van de uitgeverij, Thomas Rap. De liedtekst verrijkt met vrolijke, vertederende illustraties van de Haagse Marije Tolman (46), die haar veelbekroonde kinderboeken een Sempé-achtige lichtheid weet te geven, vaak met gebruik van sprekende neon-kleuren. De twee kenden elkaar al van eerdere boeken, waaronder het dit jaar verschenen ‘pensioenboek’ Een zee van tijd.

Youp-brilletje

Was het niet riskant om beeld te maken bij zo’n van zichzelf al beeldend verhaal dat al lang in ieders hoofd zit? Youp: ‘Daar was ik in het
begin wel even bang voor.’ Tolman: ‘Ik niet, en dat komt door Youp. Hij heeft veel vertrouwen in mij, dan durf ik ook vrijuit te gáán.’ Het beeld had ze meteen na Youps verzoek, zegt Tolman. Inclusief dat kenmerkend Youp-brilletje dat ze Flappie opzette. Tolman: ‘Mijn idee was dat een kind dat een dier koestert, zichzelf vereenzelvigt met dat dier. Vandaar dat ik Flappie dat Youp-brilletje gaf. Het lied gaat in wezen niet alleen over de wrede moord op Flappie; met het konijn verdwijnt ook het karakter van dat kleine mannetje in de pan. Daarnaast maakt dat brilletje van het konijn ook meteen heel erg een Flappie van Youp. Zo krijgt het een wat menselijker karakter, en niet enkel een knuffelkonijn.’

Geen kinderboek

Het idee voor de boekversie van Flappie was eenmaal eerder ter sprake gekomen. Zo’n zes jaar geleden opperde een kinderboekenuitgever het. Dat was precies wat de twee niet wilden: ‘Flappie moest geen kinderboek worden’, zeggen ze beiden. ‘Toen uitgeverij Thomas Rap onlangs weer met het idee kwam, was een kinderboek helemaal niet de bedoeling. Toen klopte het. Dit boek is voor iedereen.’ Tolman had eigenlijk helemaal geen tijd voor nog een boek. ‘Toen ik zei dat ik even moest puzzelen met mijn agenda, zei Youp heel gemeen: ‘Ik ben al klaar’. Van ’t Hek: ‘Ik heb nog wel even teruggeluisterd of de tekst exact overeenkomt met wat ik zing. Anders krijg je weer brieven van scherpslijpers die je betrappen op een veranderd woordje.’

Bloedspetters

Een paar tekeningen haalden het boek niet, aanvankelijk tot Tolmans spijt. ‘Veel wrede tekeningen’, bekent ze met enige spijt. De tekenares  had willen uitpakken met bloedspetters. ‘In mijn atelier lagen al grote witte vellen vol felrode spetters over Flappie heen. Ik had me echt verheugd op slachtwerk.’ Youp: ‘Ik vond dat zonde. Het moet allemaal in het hoofd van de lezer gebeuren, en niet te expliciet op papier.’ Lachend: ‘Maar Marije is nog jong, hè.’

Uiteindelijk wisten Youp en de vormgeefster van het boek ook Marije te overtuigen dat de suggestie vaak spannender is dan de volle waarheid. De kunst van het weglaten, waar ze zich inmiddels geheel in kan vinden. Dat kan hun samenwerking aan. Wat is het geheim van hun geslaagde combinatie? Marije: ‘De samenwerking met Youp werkt heel aanstekelijk en meeslepend. We houden allebei van gore grapjes. We delen een enorme drang om te máken. “Scheppingsdrang” klinkt wat aanstellerig, maar zodra ik met Youp aan iets nieuws begin, ga ik op mijn tekentafel al vrij snel in eenderde versnelling en wil ik direct aan de slag. Dat ik bij Flappie al na één bak koffie met Youp het juiste konijn en karakter voor me zag, komt enkel doordat ik met hem in totale vrijheid en vertrouwen kan werken. Voor ons eerste boek (Verkeerde sokken) zat ik bij Youp aan de keukentafel en vroeg ik hem: “Wat heb je in gedachten bij dit verhaal, qua stijl, techniek, sfeer?” Youp antwoordde heel nuchter: “Ik wil gewoon een Marije Tolman”. Tja, dan wil je toch direct aan de slag? Verder is Youp gewoon een ontzettend leuke, lieve, vrolijke, aandachtige grappenmaker, die naast alle humor een enorme gunfactor heeft. Als het leven even ronduit klote is, staat hij ineens pannenkoeken te bakken. Dat is Youp. Wie wil daar nou niet een wit pluizig konijn voor tekenen? Mét een rond brilletje uiteraard.’

Wappie

Flappie kent vele verschijningen. Zelfs de Amerikaanse muzikant en producer Todd Rundgren maakte enkele jaren geleden een Engelse vertaling van het lied; zonder enige bemoeienis van de geestelijke vader. Die heeft daar geen inspraak in: ‘Als René Froger ineens Niemand weet hoe laat het is op de podia wil uitvoeren, kan ik dat alleen maar jammer vinden, maar ik kan er niets tegen doen’, zegt Van ’t Hek. Hij hoorde dan ook niets van Rundgren, maar een grote hit kan diens versie niet zijn geworden. ‘In de Verenigde Staten eet niemand konijn met kerst, dus ze hebben daar geen idee waar dit op slaat.’

Zelf maakte Van ’t Hek ook meerdere versies. Eenmaal riep het publiek na een voorstelling om Flappie, en toen hebben we het met z’n allen a capella gezongen. Toevallig had mijn geluidsman op record gedrukt, dus die opname bestaat nog ergens. Ook maakte ik eens een versie met het Matangi kwartet. En ik heb niet zo lang geleden het eigentijdse Wappie gezongen bij Matthijs van Nieuwkerks Matthijs gaat door, waar ik heerlijk veel boze reacties op heb gekregen.’ Vaak speelt hij het lied overigens niet. ‘Mogelijk dat ik het dit jaar nog eenmaal op tv doe, dan zal ik de originele pianist en componist Jan Kokken vragen mee te gaan.’ Hij zou een cd kunnen vullen met alle varianten, zegt Van ’t Hek. Gaat ie niet doen. Is het wachten, na het lied en het boek, niet op Flappie, de musical? Natuurlijk niet. Maar de twee geven toe: er is veel denkbaar.  Tolman: ‘Mokken, poppen, knuffels… Een knuffel zou ik wel leuk vinden. Eén mooi ding, zou ik wel leuk vinden.’

Den Haag

Onbedoeld speelt Den Haag een rol in het leven van Flappie. Niet alleen omdat Tolman – na aanvankelijke bedenkingen tegen die brave stad waar ze als ‘plattelandsmeisje uit Beuningen’ naar de Kunstacademie ging – er al jaren woont, maar ook omdat het lied er in pril stadium he levenslicht zag. Van ’t Hek: ‘Als cabaretier begon ik voor studentenverenigingen en in kantines van sport- clubs. Mijn eerste ‘echte’ theater waar ik met mijn groep Nar speelde, was PePijn. Ik weet zeker dat ik in die dagen ook Flappie heb gezongen. In die zin is Flappie dus ook een beetje Haags. Misschien moet Sjaak Bral eens een Haagse versie zingen.’

Anekdotes

Het is dat Youp voorlopig nog met zijn afscheidstournee langs alle podia uit zijn carrière gaat, maar daarna weet de cabaretier wel zeker dat hij en Tolman nog ‘een paar boekjes’ gaan maken. Concrete plannen zijn er nog niet, maar: ‘Ik zit weleens te denken over een boekje over mijn 45-jarige ervaring met theaters. In mijn hoofd zitten heel veel grappige anekdotes over al die jaren, die ik nooit heb opgeschreven. Verhalen over waar het héél erg leuk was, maar ook waar het een soort Siberië was. Ik speelde laatst in een zaal – ik zal niet zeggen waar – waar ik ‘s middags kort verwelkomd werd door een man. Ik en mijn geluidsman deden een geluidstest, aten wat in een restaurant in de buurt, kwamen terug en gingen naar de kleedkamer. De zaal was uitverkocht, iedereen lachte zich de tyfus bij de show. Na afloop kreeg ik geen bloemen. Ik ging naar mijn kleedkamer, op zeker moment zei ik tegen mijn geluidsman: ik ga maar naar huis. Die hele avond heb ik he-
lemaal niemand meer van dat theater gezien! Daar kan ik heel lang over nadenken. Dat er na afloop niemand is die zich afvraagt: heeft iemand van ons Youp eigenlijk nog gesproken? Dat is toch raar?’ Krijgt Tolman daar al beeld bij? Marije: ‘Ja, meteen. Zo’n verlangend Youpie in die kleedkamer, ik zie het helemaal voor me.’

Dit artikel werd gepubliceerd in Present van Paagman #6. Verkrijgbaar in de winkels van Paagman met een Paagman Privilege Pas of lees ‘m online.
Tags bij dit verhaal
Geschreven door
Meer van Redactie Paagmag

Een reflectie op hét boek van afgelopen jaar: Grand Hotel Europa

Tekst: Tess van der Zwet Fotografie: Marc Brester Vorig jaar spraken we...
Lees verder