Een herfstachtige strandwandeling met de familie Chabot

Tekst: Tess van der Zwet
Fotografie: Tess Fluit

Als je met de hele familie Chabot op pad bent, waan je je even onderdeel van het gezin. Na een wandeling over het strand en urenlange gesprekken over hun band, familietradities en -onvermijdelijk- het schrijversambacht, wil je eigenlijk maar één ding: nog lang niet naar huis.

Bestel Roze brieven via Paagman.nl

De familie Chabot is thuis in Den Haag. Nabij de zee, de duinen, het Haagse bos, vinden ze rust, vrijheid en elkaar. Bij strandpaviljoen Culpepper zijn ze kind aan huis en spreken ze graag af voor interviews, zoals vandaag, met uitzicht op de zee waarin boten baden in schaarse zonnestralen. Maar het ultieme thuis is toch het ouderlijk huis. Het chabottenhol: vol, rommelig, maar vooral gezellig en warm. Yolanda: ‘Het is een niet in te nemen vesting. Een plek waar we echt met elkaar zijn.’ Splinter: ‘Het huis is overstroomd met leuke dingen, katalysatoren voor je herinneringen.’
Sebastiaan: ‘Mama maakt en restaureert meubelen en die verspreiden zich nu ook over ons. Zo slaap ik in het bed waarin ik verwekt ben. Hij kraakt verdacht, die lattenbodem.’ Splinter: ‘In de stoelen en banken zitten ook dingen verstopt. Gedichten van papa bijvoorbeeld. Hoe bijzonder is het als je achterkleinkind over honderd jaar een stoel krijgt waarin een gedicht van overgrootvader van zo lang geleden zit. Tradities moet je bedenken en maken en dan kun je ze doorgeven.’

Oliebollentest

Op de vraag of het gezin nog meer familietradities heeft, volgt een spervuur aan woorden. Zo zijn er gezamenlijk gevierde verjaardagen, zomervakanties (‘Jaar in jaar uit denken we: dit was de laatste zomervakantie met z’n zessen. Maar de jongens blijven maar meegaan!’) en rituelen als de duik in zee, na elke borrel aan het strand (‘Mama ligt er altijd als eerste in’). Maar de decembermaand is de grote favoriet. Maurits: ‘We hadden altijd discussies welke bakker de lekkerste oliebollen had. Toen zijn we ze uitgebreid gaan testen. Reed pap in zijn Chrysler Voyager – echt zo’n gangauto – voor bij de bakker, schuifdeuren open en wij eruit om ze te halen.’ Storm: ‘Onze oliebollentest is inmiddels bekend bij Haagse bakkers, dus we gaan min of meer vermomd met zonnebril en al naar binnen. Anders zijn de testresultaten natuurlijk niet valide.’ Sebastiaan: ‘Mama maakt een verdeling en doet satéprikkers met nummers in de bollen, zodat we niet weten welke oliebol van wie is.’

Onze jaarlijkse oliebollentest loopt altijd helemaal uit de hand

Bart: ‘En een formulier erbij! Om de punten bij te houden.’ Maurits: ‘Het loopt altijd helemaal uit de hand. De tafel staat vol schalen met daarin bergen oliebollen en appelbeignets. De persoon met een afwijkende smaak van de rest krijgt het flink voor zijn kiezen.’ Splinter: ‘Hoe kún je dat lekker vinden? Hij smaakt naar zeep!’ Sebastiaan: ‘Herinneren jullie je die oliebollen van de kaaswinkel nog?’ Storm: ‘Die lagen boven de walmende blauwe kazen, dus die smaak was er helemaal ingetrokken.’ Unanieme, volmondige walging.

Bestel Het papieren paleis via Paagman.nl

Sinterklaasavond betekent ook vuurwerk in huize Chabot. Al in de zomervakantie trekken ze lootjes voor de beruchte 5-decemberviering. Yolanda: ‘Dat is een avond vol lange gedichten, iedereen maakt heel grote surprises.’ Splinter: ‘Maurits maakt voor zijn surprise ook altijd een zoektocht door het huis naar de kamer waar hij complete installaties optuigt. Als je geen surprise in de kamer ziet staan, maar alleen een briefje met een naam en aanwijzing erop, dan weet je: ah, Maurits. (Lachend: ) Dan ben je de klos.’ Storm: ‘Ja, dat was ik dus vorig jaar. Heb een hele marathon door het huis moeten lopen.’ Sebastiaan: ‘We spreken altijd af dat we om uiterlijk drie uur ’s middags echt klaar zijn. Dat lukt nooit. Om zes uur komt de laatste nog terug van inkopen doen.’ Yolanda: ‘Iedereen is op het laatste moment nog bezig met zijn surprise, allemaal in een andere kamer. Nergens mag je binnenkomen. We maken ook lijstjes om af te leiden wie wie heeft. Aan het eind van de avond kijken we dan wie er gelijk had.’ Sebastiaan: ‘Altijd alleen mama dus.’

Schoenzetten

Maar dan was er ook nog de oude traditie van het schoenzetten. Er moest van papa en mama Chabot dan wel gezongen worden. Sebastiaan: ‘We hadden een cd met 25 sinterklaasliedjes. Elke avond waarop we onze schoen zetten, moesten we met die cd meezingen. En álle liedjes, hè? Waren we zomaar een uur en twintig minuten verder!’ Storm: ‘Papa heeft die regel volgens mij puur voor eigen gewin geïntroduceerd. We waren ’s avonds nog niet van tafel of hij zette die cd al op. Hij deed gewoon met ons mee. Het geluid van hoevengeklak nadoen in Zachtjes gaan de paardenvoetjes en dan bij het laatste nummer echt heel erg hard ‘Dag Sinterklaasje, dááhag, dááhag’ zingen.’ Yolanda: ‘Ze zetten trouwens nog steeds hun schoen. Zúlke schuiten.’ Splinter: ‘En we zingen! Dat doen we overigens ook weer voordat we de surprises gaan uitpakken, terwijl de bisschopswijn op het fornuis staat aan te branden en papa halverwege de banketstaaf van de verwarming haalt.’

Je moet bij ons thuis een volleerd balletdanser zijn om normaal van A naar B te kunnen

Na Sinterklaas volgt Kerstmis met op kerstavond kalkoen met de saus van opa Tomaat (Maurits: ‘Zijn gevleugelde uitspraak “Meer drank” houden we ieder jaar steevast in ere’) en een huis barstensvol kerstbomen. Yolanda: ‘We hebben twee echte kerstbomen, een binnen en een buiten. Verder hebben we een stuk of zeven nepkerstbomen, een gouden, een zilveren met wit, een groene, een roze, een zwarte…’ Storm: ‘Ons huis is al een spreekwoordelijk oerwoud van boeken, cd’s, kranten en andere spullen. Met deze kerstbomen erbij is het écht een bos.’ Splinter: ‘De verhuisdozen met kerstspullen nemen onze hele zolder in beslag. Het versieren, met mama als Opperhoofd Versieren, is één groot feest. Maar ook vrij intensief.’ Maurits: ‘We laten ze staan tot diep in maart, dat is onze Driekoningen. Sowieso moet je bij ons thuis een volleerd balletdanser zijn om normaal van A naar B te kunnen.’ Yolanda: ‘We hebben alles ook wel eens tot Pasen weten te rekken.’

Bestel De slaap die geen uren kent via Paagman.nl

Ruzie? Daar doet het gezin eigenlijk niet aan. Ook niet tijdens deze familieaangelegenheden of op vakantie. Als er ergernissen zijn, loopt iemand gewoon een blokje om. Maurits: ‘Als we vroeger ruzie hadden en boos waren op de ander, moesten we van onze ouders naar onze kamer om een opstel te schrijven over het conflict. En dan niet alleen over wat de ander had gedaan, maar vooral ook over je eigen rol in de onenigheid. Tegen de tijd dat je klaar was met schrijven, was de situatie wel weer bekoeld.’ Yolanda: ‘Het zou me niets verbazen als het schrijven van die opstellen heeft bijgedragen aan hun schrijfdrift. Ik heb er nog hele stapels van liggen. Het werd achteraf ook in gezinsverband voorgelezen. Hartstikke effectief hoor. Sowieso wordt er bij ons enorm veel gepraat.’ Splinter: ‘Heel snel ook.’ Storm: ‘Wie voor het eerst bij ons aanschuift, kan het amper volgen.’ Geldt dat ook voor Yolanda? Yolanda: ‘Ik houd steeds vaker mijn mond. In de afgelopen jaren zijn de jongens sterker en groter geworden. In gesprekken of discussies denk ik nu steeds vaker: nou, laat maar.’
Sebastiaan: ‘Maar je hebt wel de sterkste mening. En altijd gelijk.’ Yolanda, lachend: ‘Ik ben blij dat ik dat nu hoor.’

Zo vader, zo zoons

Bestel Confettiregen via Paagman.nl

Je zou je met al deze gezinsaangelegenheden bijna afvragen waar het gezin de tijd vandaan haalt om zó productief te zijn. Moeder Yolanda is arts, vader Bart schrijft na Mijn vaders hand meer dan ooit, Sebastiaan ontvangt veel lof voor zijn roman De slaap die geen uren kent, Maurits zag zijn non-fictieve boek over het Nederlandse recht, Het papieren paleis, in september uitkomen, Splinter komt na Confettiregen met Roze brieven en Storm is druk bezig met zijn master aan de TU Delft. Hard werken en de les dat schrijven een serieuze aangelegenheid is, krijgen de jongens al vroeg mee. Dagenlang zien ze hun vader tikken achter zijn bureau, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Ook gaan ze met Bart mee op pad. Sebastiaan: ‘Papa heeft ons echt leren kijken. Dan zei hij: kijk, zie je dat? De lucht zit onder de blauwe plekken.’ Bart: ‘En ik had dat weer van Martin Bril. Die ging altijd zijn column “halen”. Gewoon door een rondje in de stand stad te lopen, beetje om zich heen kijken. Als Ronald (Giphart, red.) en ik dan eens met hem meeliepen, zagen we geen hond. Maar bij terugkomst had hij zijn column.’ Maurits: ‘Dat zeggen we nog steeds: kijk, daar is een column van Martin. Dan zie je een bepaalde scène, een Franse mevrouw die op een straathoek een sigaret staat te roken, bijvoorbeeld, of een man die nieuwe schoenen gaat kopen. Martin-momentjes, noem ik ze.’

Vaak schemert ons gezin in hun schrijven door

Zijn er parallellen zichtbaar in het schrijven van de gezinsleden? Sebastiaan: ‘We hebben toch min of meer dezelfde gedachtegang. Ons valt toch blijkbaar dezelfde details op, in mensen en hun gedrag, of bepaalde momenten.’ Yolanda: ‘Ook familierelaties komen steeds bij iedereen terug. Vaak schemert ons gezin in hun schrijven door.’ Splinter: ‘Ik las eens een artikel in de Volkskrant waarin stond: “De zinnen volgen elkaar in Verstappiaanse snelheid op.” Dat is echt hoe een Chabot schrijft. Keek ik naar wie het geschreven had, bleek het Maurits te zijn.’ Maurits: ‘Toch zijn we ieder eigen in ons schrijven. Papa richt zich op gedichten en romans. Sebas schrijft ook romans, maar in werelden verder van ons vandaan. In zijn boek verweeft hij zijn verhaal met de Europese geschiedenis. Splinters debuut was een roman met autobiografische inslag. En ik schreef met peetoom Maurits Barendrecht een non-fictie boek over de rechtspraak. Wel zijn in onze boeken subtiele reflecties van elkaar zichtbaar, het is in zekere zin alsof je in een spiegelpaleis stapt.’ Storm: ‘Ik bewandel een ander pad, maar toch ben ik enigszins meegetrokken in het literaire spoor van mijn broers en ouders. Op verzoek van Splinter heb ik ook iets geschreven voor Roze brieven. Dat werd heel enthousiast ontvangen. Oh God, niet nóg eentje, was ook een van de reacties.’

Nooit af

Bestel Mijn vaders hand via Paagman.nl

Hoe is het voor Bart om zijn zoons zoveel succes te zien hebben? Bart: ‘Soms lees ik zinnen in hun boeken waarvan ik denk: nou, dat had ik ook best wel willen schrijven. In Confettiregen schrijft Splinter bijvoorbeeld: “De duinen waren niet versierd.” Geweldig vind ik dat. Alsof iemand in de duinen lichtjes zou hangen en een piek op de boomtoppen zou zetten.’ Yolanda: ‘Het is nog veel erger, hoor. Als kinderen hadden ze vaker zulke mooie opmerkingen. Ah, zei Bart dan, dát kan ik gebruiken.’ Bart: ‘Sebastiaan zat eens achter in de auto en merkte op: de lucht is zwembadblauw. Dat heb ik toen gebruikt in een gedicht. Daarna vond Yolanda het welletjes en mocht ik niets meer van hen jatten.’ Sebastiaan: ‘Jouw tegenargument was: maar ik heb de jongens zelf gemaakt.’ Yolanda: ‘En dan zei ik: nee hoor, dat was ik.’

Als er iemand is die de jongens hun succes gunt, dan is het wel hun vader. Gedurende het hele interview houdt Bart zich opvallend afzijdig, zijn jongens de ruimte gevend om hun antwoorden te formuleren. Of hij niet het gevoel heeft dat zijn zoons hem voorbij denderen. ‘Nee hoor, ik heb geen talent voor jaloezie. De jongens zijn hartstikke jong, gaan als een raket. Mooi toch? Voor mij komt er een tijd dat ik een stapje terug moet doen. Uiteindelijk ga ik richting de coulissen.’ Sebastiaan, enigszins verschrikt: ‘Maar nu nog niet, toch? Niet qua schrijven hoor, pap!’ Maurits: ‘In Zweden op het terras had je wel tien ideeën en die waren allemaal retegoed.’ Het hele gezin stemt in. Sebastiaan: ‘Zoals je zelf altijd zegt: je bent nooit ‘af’.’

Een beknoptere versie van dit interview werd gepubliceerd in Present van Paagman #4. Verkrijgbaar in de winkels van Paagman met een Paagman Privilege Pas of lees ‘m online.

 

Tags bij dit verhaal
,
Geschreven door
Meer van Redactie Paagmag

Zo maak je echt verrassende surprises

Op Pinterest zijn natuurlijk de mooiste surprises te vinden. Maar mooi is...
Lees verder