Interview Tommy Wieringa over zijn nieuwste boek

Tekst: Judith van Ankeren

De nieuwe roman van Tommy Wieringa (50). De heilige Rita ligt dicht bij hemzelf en juist ook weer niet. “Het is de biografie van een leven dat ik niet voltooid heb.”


Je draagt het boek op aan je vader, die net als de vader in het verhaal ‘een natte eter is’, is het personage ook echt op hem gebaseerd?  
“Het uitgangspunt van het boek komt in ieder geval wel overeen met de situatie waarin mijn vader en ik ons tussen 1978 en 1985 bevonden, na de scheiding van mijn ouders. We woonden met z’n tweeën in een spookboerderij vlakbij de Duitse grens. Ik heb dat altijd als een heel bijzondere periode in mijn leven beschouwd. Eenzaam, maar ook mooi. Een man en een jongen die het met elkaar moesten zien te rooien.”

Eenzaamheid als katalysator

Eenzaamheid is vaker een thema in je boeken, heb je een idee hoe dat komt?
“Misschien omdat vanuit eenzaamheid verhalen kunnen ontstaan. Het is een sterke katalysator voor verandering. De eenzaamheid van die periode is nog heel voelbaar voor mij. Ik groeide zonder veel toezicht op. Als ik bij mijn moeder op bezoek ging, moest ik liften, dat was ongeveer de enige mogelijkheid om het dorp uit te komen. Uren, dagen, maanden stond ik aan de straatkant, wachtend tot er iets zou gebeuren. Iets wat me zou bevrijden. Soms viel ik in slaap op de talud van de weg; in Emmen werd ik op een zomermiddag wakker gemaakt door de politie. Natuurlijk is het fijner om in een beschermde omgeving op te groeien. Maar als dat niet zo is, dan is de hemel je dak, en kan er van alles gebeuren. Uit zulke eenzaamheid kan ook euforie voortkomen. Het bidet ruimte om iets te laten ontstaan, om avonturen te beleven.”

De biografie van een leven dat ik niet voltooid heb

€19,99 – Op Paagman.nl

Het lukt hoofdpersonage Paul niet om weg te komen uit dat dorp, had jou dat ook kunnen overkomen?
“Misschien wel. In die zin is het boek de biografie van een leven dat ik niet voltooid heb, maar wel begonnen ben. Het gekke is dat ik me dat pas realiseerde toen ik het boek overschreef. Dat doe ik altijd: ik schrijf het verhaal, print het en schrijf het daarna helemaal over. Daar wordt
het heel zuiver en precies van. Maar goed, toen ontdekte ik hoe dicht het verhaal eigenlijk bij mezelf ligt. Bij mijn vader en mij. Daarop was ik tijdens het schrijven het zicht kwijtgeraakt.”

Heeft het schrijven ook een soort therapeutische waarde voor jou?
“Dat heb ik niet nodig, tenminste ik hou mezelf voor dat ik dat niet nodig heb. Daar gaat het me in ieder geval niet om. Ik hoef niets te verwerken en heb weinig belangstelling voor een therapeutisch soort literatuur. Mijn taak is een goede roman te schrijven, die de psychologie en de bestaansproblematiek van de personages blootlegt.”

“ik heb nu al last het lege-nestsyndroom”

Maar ben je niet blij dat het met jou heel anders is gelopen dan met Paul?
“Ik ben in ieder geval heel gelukkig dat ik een geliefde heb met wie ik me kan verstaan en dat ik kinderen heb gekregen – ik bevind me in een harmonieuze gezinssituatie. Je moet een kracht in jezelf mobiliseren om het leven goed te laten aflopen. Als je die kracht vindt, heb je geluk. Dat heeft niet iedereen. Dit boek is mijn
leven zonder dat geluk. Mijn vader woont overigens ook niet meer in dat dorp. We hebben een heel goede band, maar voor altijd bij hem wonen, zoals in De heilige Rita ? Ik heb vroegere klasgenoten bij wie dat zo is gegaan. Die in hun ouderlijk huis zijn blijven wonen en dus in zekere zin altijd kind zijn gebleven. Het tragische daarvan raakt mij. Dat je nooit helemaal van jezelf wordt, maar zo heel dicht onderdeel blijft van het vlees dat je heeft voortgebracht. En dat als je ouders sterven, je als eenzaam kind achterblijft. Ik zou het niet verdragen als mijn kinderen zich verplicht voelen om voor mij te zorgen. Ik zou het als een mislukking beschouwen als ze niet uit vliegen. Ook al lijkt me dat verschrikkelijk. Ze zijn pas zes en zeven, maar ik heb nu al last het lege-nestsyndroom. Ik zie hun lege kamers zo voor me. Gelukkig heeft de natuur daar de puberteit voor bedacht. Zodat je elkaar vanzelf spuugzat wordt.”

Afkicken van dit boek

Ben je alweer met een volgend boek bezig of hou je een schrijfpauze?
“Ik denk dat ik eerst een toneelstuk ga schrijven om af te kicken, maar het volgende boek heb ik al heel lang in mijn hoofd, daar kan ik zo aan beginnen. Misschien volgend voorjaar ergens. Er spoken altijd wel verhalen in mijn hoofd rond, in afwachting van de dag waarop ik ze opschrijf. Ze zijn opgeslagen in een soort mentale ordners. Wat dat betreft is het schrijverschap een rijk bestaan.”

Dit artikel komt uit de glossy PRESENT van Paagman. Verkrijgbaar in de winkels van Paagman met een Paagman Privilege Pas.

Geschreven door
Meer van Redactie Paagmag

Zomerlezen: 7 tips tegen de zomerdip – bijspijkeren in de vakantie

Het is een jaarlijks terugkerend onderwerp: de ‘zomerdip’, of ook wel het...
Lees verder