Asterix: onverminderd oersterk

Tekst: Tess van der Zwet
Beeld: Les éditions Albert René/Goscinny – Uderzo

Precies zestig jaar na het verschijnen van de allereerste Asterix kwam afgelopen oktober het 38e deel uit: Asterix – De dochter van de veldheer. Door de jaren heen stalen Galliërs Asterix en Obelix, en hondje Idefix de harten van miljoenen mensen uit meer dan zeventig landen, met hun avonturen die in meer dan honderd talen verschenen. Maar wat maakt Asterix nu zo’n tijdloze, geliefde strip?

De Gallische geboorte

Bestel Asterix 38. De dochter van de veldheer bij Paagman.nl
Bestel Asterix 38. De dochter van de veldheer bij Paagman.nl

Op 29 oktober 1959 komt de allereerste Asterix uit: Astérix le Gaulois. Het vertelt het verhaal van een dorpje in Gallië, zo’n 50 jaar voor Christus, dat er als enige in slaagt weerstand te bieden tegen de Romeinen die onder aanvoering van Julius Caesar heel Europa veroveren. Hun geheime wapen: een toverdrank die de drinker oersterk maakt. Twee van deze Galliërs zijn de slimme Asterix en zijn vriend Obelix. Hun oervaders: de Franse tekenaar Albert Uderzo en scenarioschrijver René Goscinny.
Veel liefhebbers van de reeks zijn van mening dat de vierentwintig delen die zij samen maakten tot de allerbeste behoorden. Asterix en de Belgen (nummer 24) was het laatste album waar Goscinny aan meewerkte voor zijn overlijden. Vanaf 1977 ging Uderzo alleen verder.

Een nieuw hart

De meest recente vier delen komen van de hand van scriptschrijver Jean-Yves Ferri en tekenaar Didier Conrad. Bij hun eerste gezamenlijke Asterix werden ze meteen flink op de proef gesteld. Conrad: ‘Ik kreeg acht maanden om Asterix bij de Picten te maken. Dat was veel te kort, ik moest me de stijl van Uderzo nog helemaal eigen maken, de pagina’s tekenen en vervolgens alles aanpassen wat het team me vroeg te herzien. Vraag me niet hoe, maar het is me uiteindelijk gelukt om het op tijd te voltooien.’ Tegenwoordig nemen Conrad en Ferri meer tijd voor het realiseren van een Asterix: vijftien maanden is het gemiddelde. Het behelst een lang proces van bedenken, verdiepen en schrappen om vervolgens weer terug te gaan naar de tekentafel. ‘Het doel is elke keer het best mogelijke album te maken, tijd is volkomen ondergeschikt aan het resultaat’, vertelt Ferri. Kijkt Uderzo, die inmiddels de negentig gepasseerd is, nog wel eens over hun schouder mee? Conrad, lachend: ‘Tijdens het maken van het eerste album zette hij me nog wel eens op mijn plaats. Maar sinds hij zag dat Ferri en ik Asterix heel ons hart geven, heeft hij ons vrij baan gegeven. Daar zijn we hem eeuwig dankbaar voor.’

Heiligschennis, bij Toutatis!

Wereldwijd verschijnen de avonturen van Asterix en Obelix in zo’n honderd talen. De Nederlandse vertaling werd sinds de jaren zeventig gedaan door Frits van der Heide. ‘Asterix staat bekend om zijn woordgrappen en is daarom een van de moeilijkst vertaalbare strips’, geeft hij toe. ‘Wanneer de combinatie van tekst en beeld praktisch onvertaalbaar blijkt, moet je er soms zelfs voor kiezen om volledig af te wijken en iets nieuws te verzinnen. Dat probeerde ik altijd zoveel mogelijk te voorkomen, dus lag er altijd pen en papier naast mijn bed om een krabbeltje te maken als ik in mijn slaap ineens een eureka-moment had.’ Rond de eeuwwisseling gaf de uitgeverij hem toestemming om eerdere edities opnieuw te vertalen. Sommige personages kregen daardoor een nieuwe, Nederlandse naam: dorpshoofd Abraracourcix werd Heroïx en bard Assurancetourix luisterde opeens naar de naam Kakofonix. ‘Och, ik kreeg hele hordes Asterix-liefhebbers over me heen’, herinnert van der Heide zich. ‘De oorspronkelijke namen zijn verwijzingen, Franse woordgrappen die het gros van de Nederlandse lezers niet kan uitspreken, laat staan begrijpt. Daarom besloot ik de namen te vernederlandsen.’

De Asterixen van nu zijn geschreven met een post-moderne bril waarin de basiselementen gehandhaafd blijven

Voor het nieuwste album gaf van der Heide het vertalersstokje over aan Margreet van Muijlwijk. Beide vertalers zijn het erover eens dat er met de komst van Ferri en Conrad een nieuw Asterix-tijdperk is aangebroken. ‘Goscinny was oergeestig, hij spuugde vondsten uit alsof hij ze ademde. Uderzo was een fabelachtig tekenaar’, zegt van Muijlwijk bewonderend. ‘Samen waren zij een volkomen fusie en daarom is het zo bijzonder dat Ferri en Conrad ook zo’n chemie hebben. De Asterixen van nu zijn geschreven met een post-moderne bril waarin de basiselementen gehandhaafd blijven. De geest van Asterix wordt zwaar bewaakt: zowel Uderzo als Anne Goscinny -dochter van- lezen de scenario’s tot in de puntjes door en laten alle vertalingen stelselmatig terugvertalen naar het Frans om er zeker van te zijn dat er geen enkele afwijking is met het oorspronkelijke gedachtegoed.’

Om middernacht in de rij staan

Stripverzamelaar, – uitgever en -kenner Hans Matla woont in het Statenkwartier om de hoek van Paagman en beschikt over zo’n 500 verschillende Asterixen. Ze zijn netjes gerangschikt in hydraulische kasten tussen zo’n 70.000 andere stripboeken in een archief van 600 strekkende meter aan boekenplanken. Van een boekenplank haalt hij een map tevoorschijn. Daarin, verpakt in folie, een ‘loeizeldzame’ Pilote uit oktober 1959. De rug heeft van ouderdom enkele bladzijden losgelaten, maar nadat Matla ze voorzichtig heeft omgeslagen verschijnt de allereerste Asterix: een ware en behoorlijk kostbare schat. Er komen nog meer bijzondere relikwieën voorbij: Asterixen in verschillende dialecten, Asterix-spelletjesboeken en zelfs Asterix-stickerverzamelalbums. ‘Niet alle delen vond ik even goed. Het geheime wapen vond ik écht niet best, daar gaat Uderzo opeens aan de haal met Walt Disney-achtige buitenaardse wezens. Het is 50 voor Christus! Dat kan toch niet. Had ik daar nu om middernacht voor in de rij gestaan?’ Gelukkig is hij over de meeste Asterixen wel erg te spreken. Zodra hij een willekeurige bladzijde openslaat, ontsnapt er een bulderende lach. ‘Kijk toch eens naar die uitdrukking op het gezicht van die Romein. En dan die woordspelingen. Een hoefsmid die Hoefnix heet. Dat is toch werkelijk waar prachtige humor.’

De kracht van Asterix

Wat maakt Asterix zo onverminderd populair? Daarop heeft iedereen hetzelfde antwoord: Asterix en zijn Gallische vrienden zijn compleet tijdloos. Ferri: ‘De kracht van Asterix ligt in zijn verhalen met universele thema’s waar iedereen zich in herkent, met maatschappijkritische humor vol genegenheid voor de ander én voor het leven. En zijn toverdrank, natuurlijk!’

 

Tags bij dit verhaal
Geschreven door
Meer van Redactie Paagmag

Top 15: in juni is het tijd voor Zomerlezen!

Elk jaar geven wij in juni het startschot voor Zomerlezen: want de...
Lees verder